De zieke koe
Eerder gepubliceerd in: It Ark nr. 82 2023-02, p. 24 (bij overname vermelden).
Joris verteld.
Ik heb een keer een zieke koe gehad, die liep terug in de melkgift. Laat ik zeggen dat die eerst vijftien liter gaf en dat bleef nu bij zeven, acht liter, en die zag er slecht uit. Dan is er wat aan de hand. Veearts er bij, die kon niets vinden. Kloppen, luisteren, niets. Hij zei: 'Ik kan het niet vinden. Ik weet het niet.' Heb ik hem 's avonds gebeld, ik zei: 'Ik weet het al.' Er lag een dikke steen, die was uit het hooi meegekomen, die lag onder de lepel van het potje: de koe had niet gedronken, dagen niet gedronken.
Kijk, als wij de koeien voerden en er kwam nat meel voor de koeien, dan moest je met de bezem een plek vrijmaken en dan werd dat spul, die kwak, daar neergegooid. Als je het hooi ervoor weg aan het vegen was, dan moesten wij ook altijd kuil- en hooiresten uit het potje nemen en in de grup gooien.
Bij het hooivoeren is er een steen in beland, wat gewoonlijk niet voorkwam. Die lag precies onder de lepel van het drinkpotje. De koe kon die niet indrukken. Ik begon te zoeken en potferdorie. Het drinkbakje was niet vuil, maar ik voelde er toch in: 'Krijgt hij wel water?' Een steen. Duidelijk.
'Nu,' zei de veearts, 'dat is heel uitzonderlijk.' Hij zei: 'Dat heb ik noch nooit meegemaakt.'